De Olympische Spelen die niet doorgingen

Sinds de eerste Olympische Spelen van de moderne tijd in 1896 is het evenement drie keer niet doorgegaan. In 1916, 1940 en 1944 verhinderde oorlog ’s werelds grootste sportfeest.

Dat neemt niet weg dat de voorbereidingen voor het evenement in de jaren daarvoor in volle gang waren, zoals momenteel is te zien in de foyer van Nieuwspoort. De Spelen van 1940 waren toegewezen aan Tokio, dat de organisatie teruggaf wegens de Chinees-Japans oorlog. Helsinki sprong in, maar het Internationaal Olympisch Comité (IOC) besloot het evenement te schrappen.

De Spelen van 1916 waren toegewezen aan Berlijn. De Spelen van dat jaar in Amsterdam waren fake. Het waren Nederlands Olympische Spelen. Eén van de onderdelen was een vijfkamp voor officieren. Bij het schieten was het gebruik van het eigen revolver toegestaan.

De Spelen van 1980 in Moskou ging wel door, maar werden door een aantal westerse landen (de Verenigde Staten, Japan en West-Duitsland) geboycot wegens Sovjet-inval in Afghanistan. Premier Van Agt wilde dat Nederland het Amerikaanse voorbeeld zou volgen. Het NOC verzette zich, alleen de hockeyers, turners en ruiters gingen niet.

Het Oostblok (min Roemenië) reageerde vier jaar later door de Spelen in Los Angeles te mijden. In 1976 (Montreal) was een aantal Afrikaanse landen weg gebleven vanwege de aanwezigheid van Nieuw-Zeeland. Dat land had de internationale sportboycot van apartheidsland Zuid-Afrika doorbroken.

Amsterdam meende kans te hebben op de Spelen van 1992. Dat bleek een pijnlijke misrekening. Met vijf schamele IOC-stemmen droop burgemeester Van Thijn af. De Spelen gingen naar Barcelona.

Met dank aan: Gemeente Amsterdam Stadsarchief, Collectie Gelderland en Rolf Bos.